De veiligheid van een woning of huis wordt onder anderen bewaakt door: rookmelders, zekeringen of installatieautomaten, en aardlekschakelaars. Al deze elementen zijn onderhevig aan slijtage en veroudering.

Van af een jaar tien nadat ze in gebruik zijn genomen, beginnen in de eerste storingen zich voor te doen. Na 30 tot 40 jaar in gebruik  te zijn, zijn storingen bij deze elementen qua aantal niet meer te verwaarlozen.  Het is ook daarom dat de Nederlands veiligheidsnorm NEN 3140 bepaalt dat  zulke installaties periodiek  gecontroleerd moeten worden.

De leidingen van een installatie zijn onderhevig aan  veroudering. In het bijzonder de buitenleidingen, maar ook leidingen die zich bevinden in warme en vochtige ruimtes. Met het meten van de isolatieweerstand krijgen we een duidelijk beeld in welke staat zich een bepaalde installatieleiding bevindt. Deze weerstand mag niet lager zijn dan 1 MOhm.

Een  goede veiligheid van een elektrische installatie veronderstelt ook  een bepaald  kwaliteit van de uitgevoerde aardvoorzieningen en potentieelvereffeningen. Deze  kunnen allebei  gemeten worden. De resultaten van alle metingen en proefnemingen worden in een rapport vastgelegd, dat u kunt toevoegen aan alle andere verkoop- en koopdocumenten.

Bij het overdragen, kopen en verkopen van woningen is het prettig om te weten dat de bovengenoemde elementen in orde zijn en correct werken, als bewijs van een geborgde veiligheid.

De verzekeringsmaatschappijen letten, op hun buurt, scherp op deze zaken bij afsluiting van hun polissen voor huisverzekeringen.

NEN 3140

Inspecties, metingen en proefnemingen

De inspecties, metingen en proefnemingen worden door de Nederlandse norm voor veilig werken op het laagspanningsnet, kort NEN 3140, voorgeschreven afhankelijk van de omstandigheden waarin zich een installatie of toestel  bevindt. Hier volgen enkele voorbelden met daar in de frequentie c.q. tijdintervallen  tussen twee keuringen die gehanteerd moeten  worden om de veiligheid van personen en installaties te kunnen waarborgen.

– Keuring elektrische installatie; woning,horeca,kantoor,school,kinderopvang…………………5 jaar
– Keuring elektrische installatie werkplaats………………………………………………………………………4 jaar
– Keuring elektrische apparaten horeca……………………………………………………………………………1,5 jaar
– Keuring elektrische apparaten werkplaats………………………………………………………………………1 jaar
– Keuring elektrische apparaten woning,kantoor,winkel,school en kinderopvang……………3 jaar
– Keuring van aardlekschakelaars in alle gevallen……………………………………………………………5 jaar
– Testen van de aardlekschakelaar in alle gevallen……………………………………………………1  jaar
– Testen van de aardlekschakelaars in de zwerfkasten(bouw)……………………………………1 maand

Wie dient de keuring aan te vragen? In principe is dat de eigenaar van de installatie, dus in geval van woningen is dat de woningbouwcorporatie. Bij particuliere woningen is dat de bewoner/eigenaar zelf.  In andere gevallen is bijna altijd de eigenaar van de installatie ook de eigenaar van de ruimte waarin de elektrische installatie zich bevindt. Maar dat is zelden de gebruiker van de installatie . In de praktijk zal er op neer komen dat de leidinggevende van het bedrijf die de ruimte gebruikt het verzoek zal moeten indienen voor de bovengenoemde testen, inspecties en metingen. De eigenaar van de installatie moet daarmee instemmen en de kosten daarvoor dragen.

- INSPECTIE
- METINGEN
- PROEFNEMINGEN
- ROOKMELDERS
- LEIDINGISOLATIE
- INSTALLATIEAUTOMATEN
- AARDLEKSCHAKELAARS
- AARDINGSSYSTEMEN
- POTENTIAALVEREFFENING
- AARDVERSPREIDINGWEERSTAAND